top of page
Klassiek en romantiek
 

Met componisten als Stamitz, Hoffmeister, Benda, Hummel, Rolla en Vanhal, is het klassieke repertoire voor de altviool eerder goed voorzien.

 

Daarna wordt het weer een beetje stilletjes tot het begin van de 19e eeuw. Daarna krijgt het repertoire een enorme boost:

Beethoven (Notturno), von Weber, Schumann, Brahms, Bruch, Dvorak, Glinka, Glazunov, Mendelssohn, Rachmaninov, Reger.

Deze lijst van componisten is verre van volledig.

 

Naast elke bekende componist kan je in de romantiek nog verschillende minder bekende collega's vinden, waarvan de werken ook zéér interessant zijn.

 

 

Renaissance - Barok
 

De altviool is het eerste én oudste instrument uit de familie van de  strijkers.  Het werd in het midden van de 16e eeuw in het noorden van Italië (nabij Gardameer) ontworpen en was in die tijd een tegenhanger van de viola da gamba (been-viool). Oorspronkelijk noemde ze viola da braccio (arm-viool).

 

Ze heeft een ronde toon die heel aangenaam en warm klinkt.

Later deed de viool dan haar intrede. Zij werd aanvankelijk "violino" (=viooltje) genoemd. Ze was de kleine zus van de altviool en klonk hoger, wat scherper en briljanter.

 

De eerste echte composities voor altviool vinden we eind 16e en midden 17e eeuw: Sonata pian’e forte van Giovanni Gabrieli, (1597).  De altvioolsonate van Massimiliano Neri (1651), een Sonate voor viool & altviool van  Nikolaus a Kempis (1644) en een Sonate voor altviool van Carlo Antonio Marino ( laat 17e eeuw).

 

In de 17e eeuw, rond de periode van Lodewijk XIV, gebruikte men in de Franse orkesten véél meer lage en diepe strijkinstrumenten, de populariteit van de altviool, tenorviool, viola da spalla e.d. was groot !

 

J.S.Bach zet de altviool speciaal in de spotlight wanneer hij zijn 6e Brandenburgs Concerto schrijft (BWV 1051). Daar geeft hij duidelijk zijn voorkeur aan het zachte timbre van de altviool, een instrument dat hij ook zélf bespeelde.   Ook in het 3e Brandenburgs Concerto (BWV 1048) geeft de altviool-sectie een belangrijk weerwoord op de violen en de cello's.   In het 4e Brandenburgs concert (BWV 1049) krijgt de altviool een belangrijke partij vooral in het laatste deel, waar ze de fuga inzet.

 

Eerste echte solo-concerten vinden we in de 18e eeuw bij:

G.Ph.Telemann: Concerto in Sol groot (TWV 51:G9)

 

Daarnast werden en worden ook de suites voor cello-solo van J.S. Bach  op altviool uitgevoerd. Sonates van Eccles, Marais, Locatelli ,Nardini en Vivaldi vullen het barok-repertoire verder aan.

 

 

 

 

 

 

Beetje geschiedenis

20e eeuw en modern repertoire
 

De altviool wordt steeds meer erkend als een volwaardig instrument. Vele moderne componisten leren de expressie van de altviool kennen én waarderen.

Uit het begin van de 20e eeuw onthouden we o.a:

Bax, Benjamin, Bloch, Bowen, Bridge, Britten, Hindemith, Clarke, Martinu, Shostacovich, Vaughan-Williams, Prokofiev.

 

Meer modern zijn:

Libby Larsen, Kersters, Penderecki, Williams, Takemitsu, Hovahness.

 

 

Je ziet het, het repertoire voor altviool is dan misschien niet zo groot als dat van de viool, maar zeker zo interessant en bijzonder gevarieerd. Je moet alleen maar durven op zoek te gaan!

bottom of page