top of page

Vraaggesprek met leerlingen van de altvioolklas:

 

 

Een tijdje geleden brachten we een bezoek aan de altvioolklas van Dirk Van Onckelen, hier in het Leuvense Conservatorium. We spraken er met drie leerlingen: Sarah, An en Allan die altviool studeren: een -bij het grote publiek- nog altijd onbekend en ondergewaardeerd instrument. Zij waren zo vriendelijk om enkele vragen te beantwoorden in verband met hun instrument en de cursus altviool. Lees hier wat voor boeiends ze ons te vertellen hadden….

 

R: "Hoe kwamen jullie ertoe om voor een instrument als de altviool te kiezen, een niet zo voor de hand liggende keuze denk ik maar?"

 

Allan: "Het is een warm instrument. En daar bedoel ik mee: de klanken die een altviool voorbrengt als je met de stok over de snaren strijkt zijn warmer, dieper en voller dan de klanken van een viool, en soms –vooral bij de do- en de sol-snaar-- melancholisch en donker. Daar hou ik wel van. Van zodra ik op de altviool hoorde spelen, ben ik mijn hart eraan verloren."

 

Sarah: " Jazeker, ook ik heb het instrument gekozen voor zijn mooie, rijke en warme klank."

An: "Vooral die mooie, diepe klank met dat melancholisch karakter, dat is het eerste wat me bij de altviool zo in het "oor" sprong. Dit donker karakter heeft mij voor de altviool laten kiezen."

 

R: "Nadat je voor de altviool gekozen had, hoe ben je toen in contact gekomen met je huidige leraar?"

 

Sarah: "Op een gegeven dag zijn mijn mama en ik naar het secretariaat van het conservatorium toegestapt. Daar hebben we info opgevraagd rond de leraar altviool de lestijden. Dirk Van Onckelen gaf les op de maandagavond. Voor mij was maandag de geschiktste dag…"

 

An: "Ik ben éérst eens komen luisteren op een opendeurdag. Daarop heb ik kunnen luisteren en kijken naar een voorstelling van de altviool. Daarna heb ik gekozen om les te volgen op de maandagavond. Dat was de avond waarop de altvioolles het best te combineren viel met mijn werk en mijn gezin."

 

Allan: "Via een foldertje dat rondgedeeld werd, kwam ik te weten dat het mogelijk was altviool te leren spelen. In de folder stond duidelijk vermeld wat vereist was om altviool te kunnen spelen en bij wie ik terechtkon. Ik heb dan contact gezocht met de leraar altviool. En toen was de eerste --en beslissende-- stap gezet."

 

R: "Wat interesseert jullie nu specifiek aan de altviool?"

 

Allan: "Ik vind het een boeiend instrument. Ik hoor liever een altviool dan een viool. Specifiek aan de altviool is dat je ermee zowel solo kunt spelen als in een groep, een band, een orkest --op de bescheiden plaats die elk instrument dan wordt toegekend. En dat heb ik allebei graag. De altviool is lange tijd ook behandeld als het stiefbroertje van de viool en de cello. Maar daar komt verandering in. Ik heb het gevoel dat het instrument heel wat in zijn mars heeft. Een altviool --zoals elke moderne viool-- heeft geen fretten, zoals de gitaar, wat maakt dat de vinger de snaar op de juiste plek tegen de toets moet duwen om met het instrument een zuivere toon voort te brengen --tot hier de les geluidsleer. De lichaamshouding, de stand van de schouder, en de beweging van de rechterarm en -pols bij het wrijven met de haren van de strijkstok over de snaren beïnvloedt de kwaliteit en het timbre van de klank. Ik vind dat een uitdaging. Als eerstejaars geeft het me voldoening als ik er al af en toe in slaag de klankkast iets anders te laten versterken dan gepiep en gekras. Ik krijg het er warm van als het lukt. Het zal wel nog veel oefening vergen. Het is een parcours met veel hindernissen. De eerste hindernis is onlangs al genomen: het plaatsen van de vierde vinger... De aanhouder wint."

 

Sarah: " Voor mij blijft toch nog steeds de klank het belangrijkste."

 

An: "Ik moet Sarah inderdaad gelijk geven. Hoe zal ik het zeggen? Het klanktimbre houdt het midden tussen dat van een viool en een cello en dàt vindt ik zo mooi en interessant. Soms speel je een warme, diepe melodie terwijl je ook nog de mogelijkheid behoudt om vrij hoog te gaan spelen."

 

R: "En de cursus altviool? Niet te saai?"

 

An: "Nee, zeker niet! De leerstof is niet makkelijk in dit opzicht: van bij het begin wordt er van je gevraagd om op de juistheid en de kwaliteit van de toon te letten. Dit vergt een extra portie zelfkritiek en concentratie. Tevens moet je alert genoeg zijn om op tijd in te grijpen en te verbeteren: Een mentale ingesteldheid die zo specifiek is voor de studie van een strijkinstrument. Maar de cursus is voldoende gestructureerd om op termijn deze "goede gewoonten" aan te kweken."

 

Allan: "De coaching is heel goed. Dirk geeft opmerkingen en advies die ter zake zijn. En hij doet dat met hapklare porties. Niet alles tegelijkertijd, maar rustig, en stap voor stap, in het verlengde van de reeds behaalde resultaten van de leerling --die van mij dus in dit geval. Het is alleen spijtig dat er zo weinig lestijd beschikbaar is voor elke leerling."

 

R: "Toen jullie met de altvioolstudie begonnen, werd er ook van jullie verwacht dat je zou leren lezen in de altsleutel? Wat zijn volgens jullie de specifieke moeilijkheden bij het aanleren van die altsleutel?"

 

Sarah: "Eerlijk gezegd, heb ik er niet veel problemen mee gehad en … na een tijdje ga je automatisch in die nieuwe sleutel denken. Je leert het al doende. In het begin heb ik ook hulp gevonden bij de Android-app “Game of Clefs".

 

An: "Ik heb vooraf wat geoefend op het lezen van de altsleutel met behulp van mijn notenleerlessen. Vooral het boekje van Fontaine heeft mij goed geholpen."

 

Allan: "Het aanleren van de altsleutel is net zo moeilijk als het aanleren van de sol- en de fas-leutel. Ik vind het wel een merkwaardige sleutel: zo net in het midden tussen de sol- en de fa-sleutel in. De do in het midden van de notenbalk van de altsleutel is de do juist onder de notenbalk van de solsleutel --op het eerste hulplijntje eronder-- en ook de do juist boven de notenbalk van de fa-sleutel --op het eerste hulplijntje erboven. De specifieke leesmoeilijkheden met de altsleutel heb ik overwonnen door hem extra in te oefenen. Het is als het leren lezen in een nieuw handschrift: boeiend!"

 

R: "Is er iemand van jullie die ook nog andere instrument(en) speelt. Hoe is dan de combinatie van de twee? Kortom, hoe valt het om de altviool te studeren in combinatie met een ander instrument?

 

An: "Altviool is mijn tweede instrument, na de piano. Beide gaan heel goed samen, zo vind ik. Ze vullen elkaar op een manier excellent aan: bij altvioolstudie zijn je gedachten meer geconcentreerd op juistheid en toonkwaliteit. Daardoor is het noodzakelijk dat je je elke toon voorstelt alvorens hem te spelen. Zo scherp je je gehoor."

 

Allan en Sarah: "Altviool is ons enige instrument. En dat houden we zo."

 

R: "Hoe ervaar je de grootte van zo’n altviool. Ik begrijp dat zo’n instrument toch heel wat groter is dan haar zusje, de viool…"

 

Allan: "Je merkt het wel dat de altviool een grotere omvang heeft dan de viool. Maar het lukt wel. De hals is een beetje korter. Ik denk wel dat het moeilijk moet zijn voor een kind. Maar daar bestaan kleinere formaten altviool voor, zo heeft mijn leraar verteld.

 

Sarah: "Ik ben de kleinste van gestalte hier in dit gezelschap en zelfs voor mij is er geen echt probleem geweest. Ik ben op mijn negen jaar begonnen en mijn éérste instrument dat ik ontleende was eigenlijk een kleine viool met altvioolsnaren erop. Een "halve" viool, zoals dat heet. Natuurlijk levert dat niet meteen een keigrote en warme diepe toon, maar je kan ermee beginnen. Naarmate ik groter groei kan ik dan later overstappen op grotere modellen, tot ik op zo’n warm klinkend, groot instrument kan spelen zoals dat van mijn leraar. Bovendien ben ik sinds enige tijd overgeschakeld op een echte kleine altviool en dat is al een héél verschil van toon!!!"

 

An: "Als volwassene had ik het voordeel om dadelijk op een groter instrument (39,5 cm) te kunnen beginnen. Ik heb –in samenspraak met mijn leraar- een instrument aangekocht dat mij het beste paste, ook al hebben we eerst even enkele (alt)vioolbouwers bezocht. Toch vraagt de grootte de nodige aanpassing en moet je oefenen om de vingers voldoende flexibel te krijgen om de toonafstanden makkelijk te kunnen grijpen."

 

R: "Wie gebruikt de altviool nog buiten het conservatorium? Wat zijn hierrond je ervaringen?"

 

An en Allan: "Wij gebruiken de altviool buiten het conservatorium om er thuis op te oefenen. De rest zien we later wel. We zijn toch nog maar pas begonnen. In ons achterhoofd verlangen we om later eens in een grotere of kleinere groep te kunnen musiceren zoals het Conservatoriumorkest, maar eerst leren stappen, en dan pas leren lopen."

 

Sarah: "Vorige zomervakantie heb ik, mee op aanraden van mijn leraar, deelgenomen aan een muziekkamp. Ik vond dit zéér leuk! Vooral omdat je zo in contact komt met leerlingen van je eigen leeftijd. Je kan er ook al leren musiceren in groep: iets waar ik in het Conservatorium nog een jaartje moet voor wachten."

 

R: "Wat zijn jullie verwachtingen naar de toekomst toe? Wat hopen jullie met je altvioolstudie te bereiken?"

 

Sarah: "Verder blijven studeren. Verder én nog meer te ontwikkelen: beter te worden. En altviool spelen: want het is leuk!"

 

An: "Hopelijk kan ik binnen enkele jaren beginnen samenspelen binnen de familiekring. Mijn kinderen leren namelijk ook een muziekinstrument. Dit aspect vind ik zo belangrijk: samen iets muzikaals, iets mooi te kunnen opbouwen. Samen in duo of trio muziek te maken, zonder daarvoor echt competitief te worden."

 

Allan: "Ik wil natuurlijk goed en vlot op het instrument kunnen spelen. En dan zou ik wel graag in ensemble spelen. Ik wil ook later zelf violen bouwen. Maar dat is toekomstmuziek, om het met die woorden te zeggen."

 

R: "Tot slot: wat raad je de beginner aan die eraan denk om altviool te gaan studeren?"

 

Allan: "Tijdig contact opnemen met het secretariaat en je toekomstige leraar altviool. En dit liefst nog voor het einde van het schooljaar. Zo ben je er zeker van dat er voor jou voor een passend instrument gezorgd kan worden. Daarnaast: volhouden! Doorzettingsvermogen hebben. Het loont de moeite. Het is als hordelopen: na elke horde komt de finish naderbij!"

 

Sarah: "Doorzetten en niet dadelijk het hoofd laten hangen als ’t toch eens wat moeilijker wordt: niet te snel "wegzappen"!"

 

An: "Ik zou zeggen: "Heb geduld, (zelf)vertrouwen en oefen vooral véél en regelmatig."

 

Wix Blog!

bottom of page